Vertalingen sich herumtreiben DE>NL
sich herumtreiben (ww.) | lanterfanten (ww.) ; luieren (ww.) ; lummelen (ww.) ; nietsdoen (ww.) ; niksen (ww.) ; ronddobberen (ww.) ; rondhangen (ww.) |
sich herumtreiben | boemelen |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `sich herumtreiben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: bummelnDE: herumsitzen